Oxazepam 10 mg is een kalmeringsmiddel dat behoort tot de groep van medicijnen die bekend staan als benzodiazepinen. Het wordt voornamelijk gebruikt voor de behandeling van angststoornissen, spanningsklachten en soms voor de behandeling van slaapproblemen. Daarnaast kan het ook worden voorgeschreven voor de behandeling van ontwenningsverschijnselen bij mensen die stoppen met alcoholgebruik.
Wat is Oxazepam 10 mg?
- Werkzame stof: Oxazepam.
- Sterkte: 10 mg per tablet.
- Vorm: Tabletten.
- Farmacologische klasse: Benzodiazepinen.
Indicaties (Waarvoor wordt Oxazepam 10 mg gebruikt?):
Oxazepam wordt voorgeschreven voor de behandeling van:
- Angststoornissen: Zoals paniekaanvallen, nervositeit, en andere symptomen van angst.
- Slaapstoornissen: Kortdurende behandeling van slapeloosheid, met name als angst of spanning de oorzaak is.
- Ontwenningsverschijnselen bij alcoholisme: Om angst en rusteloosheid bij alcoholontwenning te verminderen.
Hoe werkt Oxazepam?
Oxazepam werkt door de activiteit van de neurotransmitter gamma-aminoboterzuur (GABA) in de hersenen te versterken. GABA heeft een kalmerend effect op het centrale zenuwstelsel, wat helpt om angst, spanning en overmatige hersenactiviteit te verminderen. Dit resulteert in een gevoel van kalmte en ontspanning, en helpt ook om beter te slapen.
Dosering en gebruik:
De dosering van Oxazepam hangt af van de indicatie, de ernst van de symptomen en de reactie van de patiënt op de behandeling.
- Bij angst of spanningsklachten:
- De gebruikelijke dosering is 10-30 mg, 3 tot 4 keer per dag, afhankelijk van de ernst van de klachten.
- Bij slaapproblemen:
- Voor slapeloosheid veroorzaakt door angst of spanning is de dosering vaak 10-30 mg vlak voor het slapengaan.
- Bij alcoholontwenning:
- Oxazepam wordt ook voorgeschreven om ontwenningsverschijnselen te verminderen, waarbij de dosering meestal tussen de 10-30 mg ligt, meerdere keren per dag.
Inname-instructies:
- Neem de tabletten in met een glas water, met of zonder voedsel.
- De dosering moet worden aangepast aan de reactie van de patiënt, vooral bij oudere mensen of mensen met lever- of nierproblemen, die een lagere dosering kunnen krijgen.